De markt van 2 miljoen
Vorig weekend vond weer de jaarlijkse Braderie de Lille plaats. Meer dan twee miljoen vintage koopjesjagers overspoelden de Noord-Franse stad op zoek naar dat éne ding dat hun leven compleet zou maken. Go with the Vlo dompelde zich onder in de tweedaagse antiek-en brocantehysterie en is nog aan het revalideren.
Met dank aan Marlon Snoodijk
Oké, les één wanneer je naar de beroemde Braderie de Lille gaat: zorg dat je (ver) van tevoren een hotelletje boekt. Het idee van mij en mijn vriendin Marlon om in een spontane bui in de auto te stappen en ‘wel te zien waar we eindigen, het komt vast goed’ crasht keihard bij aankomst. In de berm van de snelweg, op de fietspaden, overal staan auto’s. Men heeft ze nog net niet rechtopstaand in de steegjes gepropt. We vinden met moeite een armoeplek op het fietspad, dus die hotelovernachting kunnen we ook wel vergeten, verzuchten we. Stiekem wisten we dat ook wel. Wanneer we de avond voor vertrek op internet kijken is er in de wijde omtrek niets meer te krijgen, zelfs niet op airbnb.nl. Lille is fully booked. Maar het geluk is met de domme rommelmarktgangers: als we in een melige bui het eerste de beste hotel binnenwandelen om het tóch eventjes te vragen, heeft de receptioniste net een annulering gekregen. Mon Dieu, er is een kamer vrij en nog middenin het centrum ook.
Jippie ja Jieldé
We zijn opgelucht, want onze stoere woorden om anders gewoon een dagje te gaan, sloegen natuurlijk he-le-maal nergens op. De grootste rommelmarkt van Europa een dag bezoeken is als halverwege een spetterende sexpartij op je horloge kijken en zeggen dat je lekker gaat slapen. Antiek coïtus interruptus. Zoiets dóe je niet. Bovendien haal je het ook niet in één dag. Hoewel ik een paar jaar geleden voor het eerst in Lille was, ben ik opnieuw overdonderd door de omvang. Deze mega vlooienmarkt, waarvan de oorsprong teruggaat tot de 12e eeuw strekt zich uit over maar liefst 100 kilometer en telt zo’n 10.000 verkopers. Slik. Waar te beginnen? We moeten er duidelijk even inkomen. Beste strategie lijkt om maar gewoon een plein of straat te prikken en onszelf te laten meevoeren.
We kiezen voor Place Louise de Bettignies en daar vallen we meteen met onze neus in de boter. Industriële Jieldé lampen voor amper 200 euro. Dromen we? Marlon zuur: “Hier heb ik dus laatst in Nederland 350 euro voor betaald hè?” En wat erger is, deze exemplaren die een paar Franse jongens voor hun busje hebben gepositioneerd, zijn nog mooier ook. Ze twijfelt of ze er één zal kopen en de lamp thuis dan zal verkopen, maar ziet het niet zitten om er de hele dag mee rond te lopen. Ze besluit de gok te nemen en misschien later terug te keren. Als ze de kraam dan nog kan terugvinden, want we worden reddeloos meegevoerd door een tsunami van vintage en antiek. De velden bij het water zijn afgeladen met spullen. Oude prentenboeken, kitscherige Franse kastjes, opgezette uilen en reeën, barokke spiegels, vlinderkastjes, spacey sixties lampen, sieraden, kant, spuitflessen van geslepen glas, vloerkleden, geweldige paspoppen, het gaat maar door. En dóór. Marlon lachend: “Deze markt houdt gewoon nooit op!”
L’eau d’urine
Wanneer we aan het eind van de dag snakkend naar adem weer boven komen, hebben we een aardige tas vol. Antieke stempels, een originele Playmobil-truck uit de jaren zeventig, een enorme zeegroene vaas, maar ook zeldzame platen van o.a. Kylie Minogue. Best buy wat mij betreft is de gesigneerde elpee van retrodiva Judy Garland die ik voor 5 euro op de kop tik. Ik vermoed dat de verkoper tijdelijk blind was tijdens het prijzen. Ongelooflijk. Sowieso valt op dat de prijzen heel oké zijn. Nederlandse Kitty Klaagzangen die op internetfora jammeren dat deze markt duur is, moeten echt hun mond houden. Ja, dat puntgave gipsen vrouwenbeeld uit een lingeriewinkel koop je niet voor één euro, maar met zestig euro is hij nog altijd de helft goedkoper dan in Nederland. Daarnaast staan de meeste verkopers open voor afdingen.
Er is nog iets anders dat opvalt: de geur van geklapte blazen. In elke straat en steeg kabbelen vele goudgele beekjes. De Braderie de Lille is een soort Franse Koningsdag. De cafés barsten uit hun voegen van de lallende types die zich helemaal klemzuipen en volvreten. ’s Avonds neemt iedereen een time-out om op één van de vele gezellige terrasjes te eten. Op 99% van de tafels worden pannetjes of bakken met mosselen geserveerd. Want ‘moules et frites‘ zijn hét krachtvoer van de Braderie de Lille. Voor cafés en restaurants is het zelfs een wedstrijd om voor de deur hele torens te bouwen van de lege mosselschelpen. Wie bouwt de hoogste?
Na het eten vlooien we dapper nog een tijdje verder (sommige handelaren zijn de hele nacht open for flea business) maar even voor middernacht zijn we klaar. Op, kapot. Met dikke olifantenvoeten kruipen we in bed. Morgen nog een dag.
Antiek overkill
De volgende ochtend staan we vroeg op om het maximale uit onze tweede vlo-dag te halen. Er zijn nog zoveel delen van de markt die we niet gezien hebben, we hebben amper de helft gedaan. Terwijl we op straat worden gepasseerd door een slingerende jongen nog steeds dronken is van de avond ervoor, haasten we ons naar de straten rond de befaamde Porte de Paris. Rond deze imposante triomfboog vind je goede koopjes weet ik nog van de vorige keer. Het gezellige buurtje stelt inderdaad niet teleur. Ik koop een stel Franse modebladen uit de jaren dertig (de illustraties!) en bij een verkoper van oude foto’s scharrel ik ruim een half uur rond. Buit: meer dan honderd jaar oude foto’s van Venetië, maar ook een enorme oude zwart-wit foto van de Eiffeltoren.
Maar daar blijft het bij gek genoeg. Overal om ons heen slaan de eigenaren van Hollandse brocantewinkels groot in en laden ze alles op hun steekwagens, maar zelf voel ik die graaibehoefte totaal niet. Ben ik niet lekker? Normaal ga ik los op een rommelmarkt. Maar het is de hoeveelheid die me parten speelt. Ik zie zoveel dingen die ik mooi vind, de verkopers bieden alles wat je ooit wilde en meer (ineens vinden we antieke vogelkooien toch wel erg cool), dat het verlammend werkt of zo. Ook bij Marlon bespeur ik een zekere antiekmoeheid. Ze scant de kramen steeds vaker en loopt bijna nergens meer ‘naar binnen’. Ook voor de Jieldé lamp hoeft ze niet terug. Om een uurtje of vier houden we het tenslotte voor gezien. Genoeg, we zijn afgepeigerd. Tijd om Ammoniakville (die pislucht ooooh) eh Lille achter ons te laten. Toch nemen we ons in de auto voor om in de toekomst zeker terug te keren. Al slaan we de 2015 en 2016 edities even over. Eerst twee jaar bijkomen.
De gekte van Lille ook eens meemaken? De volgende editie vindt plaats op 5/6 september 2015. Zorg wel dat je ruim van tevoren een hotel of B&B boekt. Trouwe bezoekers boeken namelijk (geen grap) al een jaar vooruit. Haast is dus geboden. Meer info: lilletourism.com
Summary: