Suske en Wiske 75 jaar: 2 unieke albums op komst
Ze blijven eeuwig jong, maar Suske en Wiske bestaan dit jaar alweer 75 jaar. Op 30 maart 1945 werd in de krant De Nieuwe Standaard de eerste strook van De avonturen van Rikki en Wiske gepubliceerd. Onze helden vieren hun verjaardag o.a. met twee zéér speciale albums.
De preutse prinses
Op 30 maart verschijnt het album De preutse prinses, getekend door Willy Vandersteens bekendste opvolger Paul Geerts. De Belg schreef en tekende alle avonturen van Suske en Wiske tussen 1972 en 2002 en was verantwoordelijk voor klassiekers als De raap van Rubens, Walli de Walvis, De Efteling-elfjes, Amoris van Amoras en De parel in de lotusbloem. Vorig jaar werd Paul benaderd met de vraag of hij nog één keer een album wilde maken. Na enig beraad (hij liet zich in het verleden weinig positief uit over de huidige ‘hippere’ koers van de stripreeks) antwoordde hij gelukkig ja. De inkting wordt verzorgd door Eric De Rop met wie Paul jarenlang nauw samenwerkte bij Studio Vandersteen en het album krijgt een ouderwetse rode kaft.
Het verhaal begint met een 152 jaar oud Thais masker dat Lambik gekocht heeft op een vlooienmarkt. Op een nacht begint het te brabbelen en met behulp van de klankentapper van professor Barabas wordt het gebrabbel verstaanbaar. Het masker zegt uit het Himmapanbos te komen en vraagt om hulp. De troonopvolger van een oude koning en zijn verloofde zijn zoek. Waarschijnlijk zit de jaloerse andere zoon van de koning achter hun verdwijning. Sneller dan het geluid springen onze helden in de teletijdmachine. Let the good old times roll.
De sonometer
In de jaren vijftig maakte Willy Vandersteen acht Suske en Wiske-verhalen voor het tijdschrift Kuifje. Dit deed hij op verzoek van Kuifje-tekenaar Hergé die hiermee de verkoop van de Nederlandstalige editie van het blad wilde opkrikken. Op aandringen van Hergé werden de verhalen anders dan de gewone Suske en Wiske-verhalen. Ze waren volwassener, minder volks, er was geen ruimte voor al te absurde figuren (daarom komen tante Sidonia, professor Barabas en Jerom er niet in voor), anatomisch correcter en zeer gedetailleerd getekend en tijdreizen vormde een belangrijke factor. Voor veel fans behoren deze verhalen (die in eerste instantie geheel los van de reguliere rode reeks met een blauwe omslag werden uitgegeven, vandaar de benaming ‘Blauwe Reeks’) tot de allerbeste Suske en Wiske-avonturen. Het Spaanse spook, De bronzen sleutel, De schat van Beersel, ze blijven fantastisch. Nadat Willy Vandersteen in 1959 Het gouden paard had afgerond, begon hij aan een negende verhaal, De sonometer, maar om allerlei redenen maakte hij het nooit af. Na slechts een handjevol tekeningen schoof hij het terzijde. Zestig jaar later wordt het door de gerenommeerde tekenaar Dirk Stallaert alsnog afgemaakt.

Het thema geluidsoverlast is heel modern. Misschien moest het zo zijn dat dit album nu pas voltooid wordt.
Willy Vandersteen had destijds slechts een beknopte start van het verhaal gemaakt: Suske en Wiske gaan met Lambik naar Japan en worden daar geconfronteerd met de uitvinding van ene professor Tellenbol. Het thema is verrassend modern: geluidsoverlast. Omdat Willy geen uitgewerkte verhaallijn achterliet, werd de Franse scenarist François Corteggiani aangetrokken om het scenario te schrijven. Dirk Stallaert is vereerd dat hij De sonomoter mag voltooien, al vind hij het ook doodeng. “Ik heb last van plankenkoorts. Iedereen kijkt over mijn schouder mee.”
Dirk hoopt de oorspronkelijke tekenstijl zo goed mogelijk te benaderen. Of hem dat gelukt is, kun je dit najaar beoordelen, want dan ligt De sonometer in de winkel. Misschien is dit wel het begin van allerlei nieuwe Blauwe Reeks-verhalen. Ik ben voor!